Schoolgaande kinderen met motorische problemen, concentratieproblemen of (langdurige) blessures kunnen moeite hebben met bijvoorbeeld rennen, fietsen, zwemmen, knutselen en schrijven. Vaak uiten deze problemen zich doordat de kinderen houterig bewegen, onhandig zijn of uit angst anders/minder bewegen. Kinderen van deze leeftijd zijn zich vaak bewust van het feit dat ze anders bewegen of meer moeite hebben met hun motoriek dan hun leeftijdsgenoten. Dit kan voor belemmeringen zorgen in het leren op school en sociale contacten.
Behandelindicaties kunnen zijn:
- Ontwikkelingsachterstand in het bewegen
- Afwijkend looppatroon
- Houdingsproblemen
- Sportblessures
- Schrijfproblemen
- Hersenletsel t.g.v. een ongeluk
- Jeugdreuma
- Ademhalingsproblemen; zoals astma, hyperventilatie en cystic fibrosis
- Orthopedische aandoeningen
- Orthopedische klachten na fracturen en immobilisatie (gips/tape)
- Faalangst
Behandelingen zijn globaal gericht op:
- Oefeningen van de fijn- en/of grofmotorische vaardigheden. Het doel is om de vaardigheden te stabiliseren en indien mogelijk te verbeteren. Dit resulteert ook in een beter functioneren in de sociale omgeving.
- Ook kunnen er tips worden gegeven en sport-, spel- en oefenadviezen.
